Psalms 100

Terwijl allerlei gedachten in mij omgingen,
waren het juist uw troostwoorden die mij opbeurden.

1 Zou U iets te maken hebben met de plaats waar de zonde zetelt?
Waar men zogenaamd uit eerlijkheid het grootste onheil aanricht?

2 Dat soort mensen loert op het leven van de oprechte mensen,
zij veroordelen onschuldigen.

3 Maar ik vond mijn toevlucht bij de Here,
Hij was mij tot een burcht.
Mijn God is mijn rots.

4 Hij heeft hun het kwaad vergolden.
Hij vernietigde hen in hun zonde.
Hij is de Here, onze God.

5